Leerprocessen en subtypes bij kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) - PowerPoint PPT Presentation

About This Presentation
Title:

Leerprocessen en subtypes bij kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD)

Description:

Title: Cooperative learning integrated in pre-service teacher education: impact on primary school teachers competence growth, self-efficacy and educational practice. – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:820
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 91
Provided by: Ilse2
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Leerprocessen en subtypes bij kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD)


1
Leerprocessen en subtypes bij kinderen met
Developmental Coordination Disorder (DCD)
Stefanie Pieters
Gesteund door
  • Promotor
  • Prof. dr. Annemie Desoete
  • Copromotoren
  • Prof. dr. Herbert Roeyers
  • Prof. dr. Hilde Van Waelvelde

2
Overzicht presentatie
  • Probleemstelling
  • Onderzoeksdesign
  • Preliminaire resultaten

3
Een waaier aan termen (Magalhaes, Missiuna,
Wong, 2006)
  • Developmental Coordination Disorder
  • Specific developmental disorder of motor function
  • Clumsy children (onhandige kinderen)
  • Developmental dyspraxia (ontwikkelingsdyspraxie)
  • Handwriting problems
  • Hand-eye coordination problems
  • Sensory integration dysfunction
  • Deficits in attention, motor control and
    perception (DAMP)
  • Minor neurological dysfunction

4
Developmental Coordination Disorder (DCD)
  • DSM-IV-TR (APA, 2000)
  • A. Dagelijkse activiteiten met motorische
    coördinatie duidelijker slechter dan verwachting
    o.b.v. CL en IQ
  • B. Interferentie schoolse activiteiten of
    dagelijks leven
  • C. Geen medische aandoening (vb. cerebrale
    parese) of ASS
  • D. Verstandelijke beperking motorische
    moeilijkheden ernstiger dan verwacht
  • ? Gebruik in onderzoek

5
Specific Developmental Disorder of Motor Function
(SDDMF)
  • ICD-10 (WHO, 1992)
  • Ernstige stoornis van de ontwikkeling van
    motorische coördinatie
  • Geen verklaring i.t.v. IQ of een specifieke
    aangeboren of verworven neurologische stoornis
  • Meestal een uitgesproken onrijpheid van het
    zenuwstelsel
  • Choreatiforme (snel, ongericht) bewegingen van
    niet ondersteunde ledematen of spiegelbewegingen
  • Gestoorde fijne en grove motorische coördinatie
  • Exclusies afwijkingen van gang en beweging,
    coördinatiegebrek, ten gevolge van
    zwakzinnigheid
  • Gebruik in de praktijk (RIZIV)
  • DSM-IV-TR, behalve interferentie met dagelijks
    leven

6
Bespreking DSM-IV-TR inclusiecriteria DCD o.b.v.
review (n176) (Geuze et al., 2001)
  • CRIT. A - motorisch functioneren
  • Meest gebruikt M-ABC (2) of TOMI (50)
  • Cut-off pc 5 - 20 (ngl. type studie)
  • 97 studies lt pc 15 of -1 SD

7
Bespreking DSM-IV-TR inclusiecriteria DCD o.b.v.
review (n176) (Geuze et al., 2001)
  • CRIT. C - geen medische aandoening/ASS
  • Medische aandoening
  • Moeilijk om te operationaliseren
  • Bijna alle studies voldaan, zonder
    verduidelijking methode (uitz. 1 studie)
  • ASS 0 studies

8
  • Vaststellingen
  • Prevalentie 6 (APA, 1994)
  • Vlaanderen/België?
  • Zeer heterogene stoornis / comorbiditeit eerder
    regel dan uitzondering (Kaplan et al., 1998)
  • ADHD 50 (Gillberg, 2003 Kadesjo Gillberg,
    2001)
  • Leerstoornissen onderscheid dyscalculie /
    dyslexie?
  • Onderzoeks-vragen
  • Prevalentie DCD en dyscalculie in CAR?
  • Co-morbiditeit DCD en dyscalculie in CAR?
  • DCD dyscalculie gt DCD dyslexie in CAR?

9
Methode
  • Registratie
  • Aanmeldingsklacht
  • RIZIV-code
  • ICD-10 codes
  • ? 3658 patiënten CAR Vlaanderen

10
  • Subtypes binnen DCD vanuit verschillende
    benaderingen (Visser, 2007)
  • Empirische benadering
  • Initiële focus descriptieve analyse van
    motoriekLater clusteranalyse
  • Grote verschillen, naargelang gebruikte
    instrumenten
  • Geen eenduidigheid, tenzij één gemeenschappelijk
    subtype gegeneraliseerd sensomotorisch deficit
  • Voorbeeld Lyytinen Ahonen (1988) Hoare
    (1994) Miyahara (1994) Dewey Kaplan (1994)
    Wright Sugden (1996) Macnab, Miller
    Polatajko (2001)

11
  • Subtypes binnen DCD vanuit verschillende
    benaderingen (Visser, 2007)
  • Klinische benadering
  • Klinische kijk op subtypes
  • Vanuit kritiek op DSM-IV (omschrijving van een
    té brede categorie)
  • 3 categorieën met subtypes daarbinnen
  • Onhandige kinderen trage en niet effectieve
    bewegingen
  • Onverwachte bewegingen tremor, tics
  • Dyspraxie slecht plannen van motorische taken
  • Voorbeeld Deuel (1992) David et al. (1981)

12
  • Subtypes binnen DCD vanuit verschillende
    benaderingen (Visser, 2007)
  • Procesgeoriënteerde benadering
  • Model van psychomotorisch functioneren
  • 3 subprocessen bij een beweging
  • Programmeren van de beweging ophalen uit LTM
  • Parameterbepaling van de beweging kracht en
    tempo
  • Initiatie van de spieren activeren van
    motorische componenten
  • Voorbeeld Smits-Engelsman et al. (1994) Van
    Galen et al. (1993) Schoemaker et al. (1994)
  • Besluit
  • Inconsistente subtypes binnen DCD die geen
    rekening houden met comorbide problemen

13
  • Vaststelling 4 subtypes van rekenstoornissen
  • Semantische geheugendyscalculie (Geary, 2004)
  • Problemen met snel en accuraat oproepen van
    rekenfeiten
  • Profiel komt niet overeen met jongere kinderen
    (deficithypothese) (Desoete Roeyers, 2002
    Geary, 2004)
  • Procedurele dyscalculie (Geary, 2004)
  • Problemen met begrippen en complexe algoritmes
  • Vertraagde ontwikkeling (retardatiehypothese)
  • Visuospatieel subtype van dyscalculie (Geary,
    2004)
  • Visueel-ruimtelijke problemen
  • Getallenkennisdyscalculie (McCloskey Macaruso,
    1995)
  • Problemen met lezen, schrijven en vergelijken van
    Arabische cijfers
  • Onderzoeksvraag
  • Gevonden subtypes algemene ontwikkelingsvertragin
    g (retardatiehypothese) of afwijkend profiel
    (deficithypothese)?

14
  • Vaststellingen
  • DCD vaker in BuO type 8 (Van Waelvelde De Mey,
    2007)
  • ? kans dat visueel-perceptuele problemen ook vaak
    voorkomen in combinatie met DCD
  • kans dat kinderen met DCD ook in aanmerking komen
    voor diagnose VSLD
  • Inconsistente subtyperingen (Hoare, 1994 Macnab,
    Miller, Polatajko, 2001 Wright Sugden, 1996)
    die geen rekening houden met comorbiditeit
    (Visser, 2007)
  • Subtyperingen binnen DCD enkel o.b.v.
    (perceptueel-)motorische variabelen (Visser,
    2003 Wright Sugden, 1996)
  • Onderzoeks- doel
  • Relatie tussen DCD en dyscalculie
    gedifferentieerd in beeld brengen
  • Zoeken naar subtypes o.b.v. cognitieve,
    motorische én perceptueel-motorische variabelen
  • PLEIDOOI VOOR HET INTEGREREN VAN ONDERZOEK NAAR
    SUBTYPES MET ONDERZOEK NAAR COMORBIDITEITEN
    (Visser, 2007)

15
Comorbiditeit
  • Samen voorkomen van 2 of meer stoornissen (Neale
    Kendler, 1995)
  • Verschillende hypothesen
  • Kansmodel (Neale Kendler, 1995) biedt geen
    verklaring
  • DCD 1.7 -15.6
  • Dyscalculie 3 - 13.8
  • Kaplan et al. (1998) 33 DCD bij kinderen met
    leer- en gedragsproblemen
  • Neuropsychologische profiel comorbide groep
    vergelijken met geïsoleerde groepen (Willcutt, et
    al., 2005) ? 3 hypothesen

16
Comorbiditeit
  • Fenocopy hypothese
  • Eén van de stoornissen (DCD of dyscalculie) is
    primair en veroorzaakt de symptomen (motorische
    of rekenproblemen) van de andere stoornis, zonder
    bijhorende cognitieve profiel
  • Prestaties comorbide groep verschillen niet
    significant van de geïsoleerde groepen
  • Bijvoorbeeld Het kind is ervan overtuigd dat hij
    de cijfers niet mooi (motorisch) kan schrijven en
    dus ook niet goed kan rekenen
  • (Pennington, 2006 Rhee et al., 2005 Wilcutt et
    al., 2005)

17
Comorbiditeit
  • Cognitief subtype of cross-assortment hypothese
  • De comorbiditeit van beide stoornissen vormt een
    andere, verzwarende derde stoornis die
    onafhankelijk is van de aparte stoornissen
  • Bijvoorbeeld Kinderen met DCD en dyscalculie
    vallen anders uit wat betreft motorische en
    rekenvaardigheden dan kinderen met DCD en
    kinderen met dyscalculie. Ze hebben bovendien
    bijv. nog meer visueel-preceptuele problemen.
  • (Pennington, 2006 Rhee et al., 2005 Wilcutt et
    al., 2005)

18
Comorbiditeit
  • Etiologisch subtype hypothese of
    three-independent disorders
  • Eénzelfde etiologie ligt aan de basis van de
    comorbiditeit van DCD en dyscalculie. Dit leidt
    tot verschillende aandoeningen, waaronder DCD,
    dyscalculie en comorbide DCD en dyscalculie
  • Kinderen uit de comorbide groep vertonen een
    combinatie van deficits die ook geassocieerd zijn
    met DCD en dyscalculie afzonderlijk
  • Bijvoorbeeld Kinderen met een comorbide
    problematiek vertonen geen significant slechtere
    resultaten dan kinderen met geïsoleerde DCD of
    dyscalculie
  • (Pennington, 2006 Rhee et al., 2005 Wilcutt et
    al., 2005)

19
Voorspellingen van testprestaties o.b.v.
comorbiditeitsmodellen
Controlegroep DCD groep Dyscalculiegroep Comorbide groep
Fenocopy hypothese a b b b
Cognitief subtype hypothese a b b gt b b
Etiologische subtype hypothese a b b b b
a, b scores, met a de hoogste score en b de
zwakste score
20
Onderzoeksvraag
  • Kunnen we op basis van de tekorten die de
    co-morbide groep vertoont de fenocopy hypothese,
    de etiologische subtype hypothese of de cognitief
    subtype hypothese ondersteunen?

21
Comorbiditeitsstudie
  • Normaalbegaafde (IQ 85) kinderen van 7-13 jaar
    met diagnose van een leerstoornis en/of DCD en/of
    AD(H)D
  • Klinische diagnose en klinische score op
    relevante test (voldaan aan discrepantie-,
    exclusie- en resistentiecriterium)
  • Matching met controlekinderen obv leeftijd (CL en
    CL-1) en geslacht
  • Recrutering via scholen, CAR en privé-therapeuten
  • 4 testmomenten

22
Testbatterij
  • Lezen (automatisatie)
  • EMT bestaande woorden (Brus Voeten, 1999)
  • Klepel niet-bestaande woorden (van den Bos,
    Spelberg, Scheepstra, de Vries, 1994)
  • i.f.v. leesroutes
  • Fonologisch niet bestaande woorden spellend
    lezen
  • Orthografisch bestaande woorden
    herkennend/vloeiend lezen
  • Auditieve leesstoornis EMT gtgt Klepel
  • Visuele leesstoornis EMT Klepel

23
EMT
Klepel
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore

24
Testbatterij
  • Begrijpend leestest (Aarnoutse, 1996)
  • i.f.v. hyperlexie technisch lezen gtgt
    begrijpend lezen
  • Spellen
  • PI dictee (Geelhoed Reitsma, 2000)
  • i.f.v. dyslexie

25
Begrijpend leestest vb. 1ste leerjaar
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • C-score
  • Decielscore

26
PI-dictee
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

27
Testbatterij
  • Rekenen
  • TTR rekenfeiten (de Vos, 1992)
  • i.f.v. semantische geheugendyscalculie
  • KRT-R (Baudonck et al., 2006)
  • Hoofdrekenen i.f.v. procedurele dyscalculie
  • Getallenkennis i.f.v. getallenkennisdyscalculie
  • Tedi-math (Grégoire et al., 2004)
  • Triple Code Model
  • SVS (Cornoldi et al., 2003)
  • i.f.v. visuospatieel subtype van dyscalculie

28
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

TTR
29
KRT-R (2e leerjaar)
Getallenkennis
Hoofdrekenen
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

30
Tedi Math
Subtest R.U. Max Pc
1. Telrij kennen totaal 14
2. Tellen totaal 13
3. Getallenkennis totaal 171
4. Logisch denken totaal 18
5. Rekenoperaties totaal 81
6. Schattend rekenen totaal 18
voorbeeld
Subtest R.U. Max Pc
1. Telrij kennen
1.1 Zo ver mogelijk tellen 2
1.2 Tellen met een bovengrens 2
1.3 Tellen met een benedengrens 2
1.4 Tellen beneden- en bovengrens 2
1.5 Verdertellen 2
1.6 Terugtellen 2
1.7 Sprongen tellen (sequentieel tellen) 2
1. Telrij kennen totaal 14
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

31
SVS Cornoldi
1 2 3 4
2. Is het kind in staat om gebruik te maken van de beschikbare ruimte op het blad bij het tekenen?
3. Kan het kind werken met materiaal dat onafhankelijk en gecoördineerd gebruik van beide handen vraagt, zoals een schaar, een tekendriehoek of een liniaal?
4. Verstaat het kind mondelinge instructies of teksten die betrekking hebben op ruimtelijke relaties?
5. Is het kind in staat om complexe alledaagse handelingen uit te voeren, zoals het knopen van schoenveters?
6. Beschikt het kind over een goed begrip van de ruimtelijke relaties bij het rekenen en kan hij of zij de getallen correct onder elkaar schrijven?
7. Heeft het kind een goed vermogen tot ruimtelijke oriëntatie?
8. Kan het kind goed tekenen?
12. Kan het kind omgaan met een leeromgeving waarin visueel-ruimtelijke vaardigheden vereist zijn?
15. Is het kind een goede observator van de omgeving waarin hij of zij leeft?
16. Toont het kind interesse in nieuwe objecten en kan hij of zij ermee omgaan?
VSLD-score
verbalescore
1 2 3 4
1. Kan het kind gemakkelijk materiaal zoals namen, informatie en gedichten uit zijn of haar hoofd leren?
10. Heeft het kind een goed leerniveau bereikt op het gebied van taal voor zijn of haar leeftijd?
Signaal voor VSLD VSLD-score lt RU 21 én verbale
score gt RU 5
32
Testbatterij
  • Motoriek
  • M-ABC 2 (Henderson Sugden, 2007)
  • Handvaardigheid, mikken en vangen en evenwicht
  • SOS (Smits-Engelsman, Vrenken, Stevens Van
    Hagen, 1999)
  • Schrijfmotorische vaardigheden
  • Beery VMI (Beery, Buktenicka, Beery, 2004)
  • Visueel-motorische vaardigheden, visuele
    perceptie en motorische coördinatie

33
M-ABC 2
Leeftijdsband 2 (7 - 10 jaar)
Leeftijdsband 3 (11 - 16 jaar)
  • Handvaardigheid
  • Draaien van pinnetjes
  • Construeren van een driehoek
  • Fietspadspoor
  • Mikken en vangen
  • Vangen met één hand
  • Mikken op een schijf
  • Evenwicht
  • Balanceren op twee plankjes
  • Achterwaartse koorddansersgang
  • Zig-zag hinkelen
  • Handvaardigheid
  • Pinnetjes plaatsen
  • Veter rijgen
  • Schrijfspoor
  • Mikken en vangen
  • Vangen met twee handen
  • Pittenzakje op de mat gooien
  • Evenwicht
  • Balanceren op een plankje
  • Koorddansersgang
  • Hinkelen op de matten
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

34
SOS-07
jos is in de wei hij eet koek mus is er ook zij
zit op een muur en is heel blij Mus vliegt naar
het hek, ze fluit een vrolijk lied. Jos loopt
naar het musje toe. Wat een mooi liedje is
dat! Dan ziet Jos een poes hoog in de boom. Ben
je daarom zo blij Mus, omdat poes bang in de boom
zit? Poes schreeuwt "miauw, miauw..." wel 10
keer achter elkaar. Jos rent naar poes toe en wil
haar helpen. Maar het vogeltje wordt nu boos.
Poes zat mij achterna en nu is ze bang. Laat haar
daar maar lekker zitten want ik heb
geen medelijden met haar. Maar Jos gaat poes wel
helpen.
35
SOS-07
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

Scoring van de eerste 5 zinnen Vloeiendheid
kan het kind de pen vloeiend over het papier
sturen? Overgangen hoe worden de letters met
elkaar verbonden? Gemiddelde grootte en
regelmatigheid grootte hoe is de grootte van de
letters en hoe verhouden de letters zich
onderling tot elkaar? Woordspaties en
regelverloop Kan het kind de letters en woorden
op de juiste plaats op het papier
krijgen? Scoring van het totaal aantal
geschreven letters
36
Beery VMI
1. KOPIEERTAAK 27 figuren te kopiëren van
eenvoudig naar moeilijk
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore
  • Percentielscore

37
Beery VMI
2. VISUELE PERCEPTIE TAAK dezelfde figuur
aanduiden
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore
  • Percentielscore

38
Beery VMI
3. MOTORISCHE COORDINATIE TAAK tussen de
lijntjes tekenen
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore
  • Percentielscore

39
Testbatterij
  • Auditieve functies
  • Spraakonderzoek
  • i.f.v. fonetische/tonologische spraakstoornis of
    verbale dyspraxie
  • Proef Fonologisch Bewustzijn (Elen, 2006)
  • Rijmen
  • Segmenteren
  • Samenvoegen
  • Nonsenswoorden nazeggen

40
PFB
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Percentielscore

41
Testbatterij
  • Verkorte intelligentie
  • (Grégoire, 2000 Wechsler et al., 2002)
  • Subtests overeenkomsten, plaatjes ordenen,
    blokpatronen en woordkennis
  • Betrouwbaarheidscoëfficiënt .92
  • Validiteit .93
  • Correlatie met totale IQ volledige WISC-III .92

42
Verkorte intelligentie WISC-III
1. OVEREENKOMSTEN Vermogen tot verbale
begripsvorming, abstractievermogen
  • Ik noem 2 dingen en jij moet zeggen wat de
    overeenkomst tussen die dingen is. Dus op welke
    manier die twee dingen gelijk zijn.
  • Kaars - lamp
  • Wol - zijde

43
Verkorte intelligentie WISC-III
2. PLAATJES ORDENEN Logisch denken
44
Verkorte intelligentie WISC-III
3. BLOKPATRONEN Analyse en synthese
45
Verkorte intelligentie WISC-III
4. WOORDKENNIS Passieve woordenschat, het aantal
gekende woorden als maat voor de bekwaamheid tot
leren
  • Ik zal nu een paar woorden noemen. Luister goed
    en vertel me wat elk woord betekent.
  • Huis
  • Boom
  • Sprookje
  • Bedreigen
  • Absorberen
  • Amendement
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Normscore

46
Verkorte intelligentie WISC-III
Omzetting som normscores 4 subtests naar TIQ
47
Testbatterij
  • Diepteinterview
  • i.f.v. kwalitatieve resultaten
  • Voorbeeld Hoe beleven kinderen met DCD de les
    turnen?

48
Vragenlijsten
  • Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen
    (VvGK) versie ouders en leerkracht (Oosterlaan
    et al., 2000)
  • Aandachtstekort
  • Hyperactiviteit/impulsiviteit
  • Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
  • Gedragsstoornis (CD)
  • Gedragsvragenlijst voor kinderen van 6-18 jaar
    (CBCL) (Achenbach, 2004 Verhulst et al., 1990)

49
CBCL
Domein Score Interpretatie
Internaliserende schaal
Angstig depressief
Teruggetrokken depressief
Somatische klachten
Internaliserend totaal
Externaliserende schaal
Grensoverschrijdend gedrag
Agressief gedrag
Extenaliserend totaal
Overige
Sociale problemen
Denkproblemen
Aandachtsproblemen
Andere problemen
Totaal
50
Verkennende studie
  • 4 groepen
  • Controlekinderen
  • Kinderen met DCD
  • Kinderen met dyscalculie
  • Kinderen met DCD dyscalculie
  • Onderzoeksinstrumenten
  • Subtest blokpatronen WISC-III (Barnes et al.,
    2002 Cirino et al., 2007)
  • SVS (Cornoldi et al., 2003)
  • Beery VMI (Beery, Buktenicka, Beery, 2004)

51
Preliminaire onderzoeksresultaten
52
Comorbiditeit van motorische, visueel-perceptuele
en rekenproblemen
  • Gillberg (1986) Deficits in attention, motor
    control and perception (DAMP)
  • gegroeid vanuit Minimal Brain Damage (MBD)
  • kritiek op de term vage omschrijving en
    onduidelijke grenzen tussen DAMP en
    gedragsstoornissen en DAMP en ADHD
  • Rourke (1989) Nonverbal learning disorder
    (NLD)
  • motorische, perceptuele en rekenproblemen
  • auditief en verbaal gt visueel en tactiel
  • omstreden term

53
NLD
  • Vaardigheden goede geluidswaarneming, goed
    auditief en verbaal geheugen, goede herhaling van
    verbale informatie, sterk verbaal
    associatievermogen en een grote verbale output
  • Tekorten slechte verwerking van nieuwe en
    complexe informatie, onvoldoende begrip van
    inhoud, moeite met ingewikkelde denkprocessen,
    slecht inzicht in oorzaak- gevolgrelaties
  • Invloed op de leerprestaties en de sociaal-
    emotionele ontwikkeling

54
Comorbiditeit van motorische, visueel-perceptuele
en rekenproblemen
  • Cornoldi (2003) Visuospatial learning
    disability (VSLD)
  • Specifieke groep binnen leerstoornissen
  • Visueel-ruimtelijke problemen
  • DCD
  • Deficits in visueel-motorisch functioneren
  • Tegenstrijdige resultaten wat betreft
    visueel-ruimtelijke problemen (Van Waelvelde et
    al., 2004 Wilson McKenzie, 1998)

55
Visuele perceptie?
  • The interpretation and the organization of
    visual information (Kavale, 1982)
  • Nodig om een puzzel te maken, een driehoek,
    cirkel of kubus te herkennen
  • Verschillende definities, verwarring omtrent
    gebruikte terminologie

56
ICF (WHO, 2001) lt categorie mentale functies
  • Perceptuele functies (b156)
  • Specifieke mentale functies om sensorische
    stimuli te herkennen en te interpreteren
  • Omvat auditieve, visuele, geur, smaak, tactiele
    en visuospatiele perceptie
  • Visuele perceptie (b1561)
  • Mentale functies die betrokken worden om vorm,
    grootte, kleur en andere visuele stimuli te
    onderscheiden
  • Visuospatiële perceptie (b1565)
  • Mentale functies die betrokken zijn bij het
    zichtbaar onderscheiden van de positie van een
    object in de ruimte en de relatie tegenover
    zichzelf

57
Wilson and McKenzie (1998)
  • Review over typologiën van verwerken van
    informatie bij DCD
  • Onderscheiden
  • visuele perceptie
  • kinestetische perceptie waarnemen van de
    bewegingen van het lichaam
  • cross-modale perceptie transfer van informatie
    tussen sensorische modaliteiten

58
Wilson and McKenzie (1998) Visuele perceptie
  • Oculaire factoren Low-level sensorisch en
    motorisch functioneren binnen de visuele
    modaliteit
  • Voorbeeld visuele scherpte, vergentiecontrole,
    accomodatie, strabisme
  • Visueel-perceptueel Visuospatiële taken die geen
    motorische component vereisen, zoals
    discriminatie op basis van lengte, figuur
    vervolledigen, visuele integratie
  • Voorbeeld Visuele discriminatie van vorm,
    Gestalt Completion Test, Frostig Figure-Ground
    Perception

59
Wilson and McKenzie (1998)
  • Complex visuospatieel (item score) visuospatiële
    taken met een motorische component zoals kopiëren
    van figuren en taken met constructie van blokken
  • Voorbeeld Complexe figuur van Rey (kopieertaak),
    Beery VMI, subtests blokpatronen en figuur
    leggen van de WISC-III
  • 4. Complex visuospatieel (schaalscore) De
    optelling van twee of meer visuospatiële items
  • Voorbeeld Totaalscore van subtests
    blokpatronen en figuur leggen van de WISC-III
  • Visuospatieel geheugen korte termijn geheugen en
    het zich herinneren van visuele informatie
  • Voorbeeld Complexe Figuur van Rey (geheugentaak)

60
  • ICF
  • Wilson McKenzie (1998)
  • Perceptuele functies
  • auditieve, visuele, geur, smaak, tactiele en
    visuospatiele perceptie
  • Visuele perceptie
  • vorm, grootte, kleur en andere visuele stimuli te
    onderscheiden
  • Visuospatiële perceptie positie van een object
    in de ruimte en de relatie tegenover zichzelf
  • Oculaire factoren
  • Visueel-perceptueel (geen motoriek)
  • Complex visuospatieel (wel motoriek)
  • Visuospatieel geheugen

61
DUS
  • VISUELE PERCEPTIE (ICF) Mentale functies die
    betrokken worden om vorm, grootte, kleur en
    andere visuele stimuli te onderscheiden
  • Bijvoorbeeld Beery VMI visual perception
  • VISUELE MOTORIEK De mogelijkheid om visuele
    informatie te gebruiken om een motorische
    activiteit te kunnen volbrengen
  • Bijvoorbeeld Beery VMI copy test en
    Blokpatronen (WISC-III)
  • ? Wilson McKenzie complex visuospatieel
    (verwarrende term!)

62
DUS
  • VISUOSPATIELE PERCEPTIE (ICF) Mentale functies
    die betrokken zijn bij het zichtbaar
    onderscheiden van de positie van een object in de
    ruimte en de relatie tegenover zichzelf
  • onderdeel van visuele perceptie, naast o.a. ook
    (zie verder bij TVPS-3)
  • Visuele discriminatie welke figuur is
    hetzelfde?
  • Visueel geheugen welke figuur zag je hiernet?
  • Visueel sequentieel geheugen in welke volgorde
    zag je deze figuren hiernet?
  • Visuospatiele relaties welke tekening is
    verschillend?
  • Visuele vormconstante welke vorm is hetzelfde?
  • Visuele figuur-achtergrond waar zit dezelfde
    figuur verborgen?
  • Visuele vervolmaking (closure) welke tekening
    zie je als de lijntjes worden doorgetrokken?

63
Doel studie
  • Is er een verschil in visuele perceptie bij
    kinderen met NLD/VSLD, kinderen met DCD en
    controlekinderen?
  • Vallen verschillende deelgebieden uit?

64
Opzet studie
  • Inclusiecriteria NLD/VSLD groep
  • Kinderen tussen 8 en 13 jaar oud met (een
    vermoeden van) de diagnose NLD/VSLD
  • TIQ 85 (4 subtests Grégoire)
  • PIQ-VIQ discrepantie min. 10 punten verschil
  • SVS Cornoldi VSLD score lt pc 10
    verbale score gt pc 30
  • NLD schalen aanwijzing voor NLD

65
NLD (Rourke) Classificatiecriteria 9-15 jarigen
Classificatieregel Instrumenten Rourke Eigen voorstel
Less than two errors on simple tactile perception and suppression vs. finger agnosia, finger dysgraphesthesia and astereognosis composite greater than 1 SD below the mean (90.9) ? Simple tactile-perceptual skills are superior to complex tactile-perceptual skills Finger Agnosia Fingertip Writing Tactile Form Recognition Tactile Perception /
(2) WRAT/WRAT- R standard score for Reading is at least 8 points greater than Arithmetic (85.7) ? Single-word reading is superior to mechanical arithmetic WRAT Reading, spelling and arithmetic scales EMT TTR
(3) Two of WISC/WISC-R Vocabulary, Similarities, and Information are highest of the Verbal scale (77.9) ? Straightforward and/or rote verbal skills are superior to those involving more complex processing (e.g. Comprehension) WISC-R Woordenschat Overeenkomsten (WISC-III)
66
NLD (Rourke) Classificatiecriteria 9-15 jarigen
Classificatieregel Instrumenten Rourke Eigen voorstel
(4) Two of WISC/WISC-R Block Design, Object Assembly, and Coding subtests are the lowest of the Performance scale (76.6) ? Complex visual-spatial-organizational skills and speeded eye-hand coordination are impaired WISC-R Blokpatronen Figuur Leggen (WISC-III)
(5) Target Test at least 1 SD below the mean (63.6) ? Memory for visual sequences is impaired Target Test Block recall (WMTB-C)
(6) Grip Strength within 1 SD of the mean or above vs. Grooved Pegboard Test greater than 1 SD below the mean (63.6) ? Simple motor skills are superior to those involving complex eye-hand coordination, especially under speeded conditions Grip strength test Grooved Pegboard Test Pinnetjes plaatsen (M-ABC 2)
67
NLD (Rourke) Classificatiecriteria 9-15 jarigen
Classificatieregel Instrumenten Rourke Eigen voorstel
(7) Tactual Performance Test Right, Left, and Both hand times become progressively worse vis-a-vis the norms (59.7) ? Complex tactile-perceptual and problem-solving skills under novel conditions are impaired Tactual Performance Test Tactual Performance Test
(8) WISC / WISC-R VIQ gt PIQ by at least 10 points (27.3) ? Verbal skills are superior to visual-spatial-organizational skills WISC-R WISC-III
The first 5 features Definite NLD 7 or 8 of these features Definite NLD 5 or 6 of these features Probable NLD 3 or 4 of these features Questionable NLD 1 or 2 of these features Low Probability of NLD
68
Venneri, Mammarella en collegas (2003-2005)
  • SVS Cornoldi VSLD lt pc 10
  • SVS Cornoldi verbale score gt pc 30
  • Afwezigheid van verbaal intellectuele of
    socioculturele moeilijkheden
  • Falen op minstens één van de taken van de
    visuospatiële werkgeheugenbatterij, aanbevolen
    door Cornoldi (bijv. Rey Complex Figure) of
    andere gerelateerde vaardigheden
  • Score WISC-III Woordkennis mag niet kleiner
    zijn dan score WISC-III Blokpatronen

69
Williams en collegas (2008) IQ profiel ASS
NLD?
  • VIQ gtgt PIQ (min. 15 punten)
  • WISC-III Rekenen lt WISC-III Woordenkennis
    (min. 3 punten)
  • WISC-III Blokpatronen lt WISC-III
    Woordenkennis (min. 3 punten)

70
Opzet studie
  • Inclusiecriteria NLD/VSLD groep
  • Kinderen tussen 8 en 13 jaar oud met (een
    vermoeden van) de diagnose NLD/VSLD
  • TIQ 85 (4 subtests Grégoire)
  • PIQ-VIQ discrepantie min. 10 punten verschil
  • SVS Cornoldi VSLD score lt pc 10
    verbale score gt pc 30
  • NLD schalen aanwijzing voor NLD

71
Opzet studie
  • Inclusiecriteria DCD groep
  • Kinderen tussen 8 en 13 jaar oud met M-ABC 2
    totaalscore lt pc 15 of deeltest (handvaardigheid,
    mikken en vangen, evenwicht) lt pc 5
  • Exclusiecriterium
  • Anderstaligen

72
Opzet studie testing
  • Standaardtestbatterij (zie eerder)
  • TVPS-3 (Martin, 2006) visuele perceptie
  • JLOT (Benton, Hamsher, Varney, Spreen, 1983)
    visuospatiële perceptie
  • WMTB-C subtest Block recall (Pickering
    Gathercole, 2001) visueel werkgeheugen
  • P-TPT (Reitan Davison, 1974) tactiele
    perceptie
  • WISC-III (Wechsler et al., 2002) rekenen en
    figuur leggen (visuele motoriek)
  • Primary Mental Abilities (PMA) subtest ruimtelijk
    inzicht (Thurstone Thurstone, 1962) visuele
    perceptie
  • Vragenlijsten NLD schalen (Serlier, 2006) en SCQ
    Levensloop (Warreyn, Raymaekers en Roeyers, 2004)

73
TVPS-3
1. VISUAL DISCRIMINATION
Welke van deze tekeningen onderaan is net
hetzelfde als bovenaan?
74
TVPS-3
2. VISUAL MEMORY
5 sec. aanbieden van volgende figuur
Welke tekening is net hetzelfde als diegene die
je hier net zag?
75
TVPS-3
3. VISUAL-SPATIAL RELATIONSHIPS
Kijk naar deze tekeningen. Welke tekening is
verschillend van alle andere?
76
TVPS-3
4. VISUAL FORM CONSTANCY
Kijk naar deze tekening bovenaan. Waar zie je
onderaan dezelfde tekening als bovenaan?
77
TVPS-3
5. VISUAL SEQUENTIAL MEMORY
5 sec. aanbieden van volgende reeks figuren
Welke van deze tekeningen toont de vormen in
dezelfde volgorde als je hier net hebt gezien?
78
TVPS-3
6. VISUAL FIGURE-GROUND
Bovenaan zie je een vorm. In welke tekening
onderaan vind je net dezelfde vorm verborgen?
79
TVPS-3
7. VISUAL CLOSURE
Wanneer deze tekeningen onderaan volledig zouden
moeten worden gemaakt en de lijntjes niet
gedraaid worden, welk van deze zou zijn net zoals
hierboven?
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore
  • Percentielscore

80
JLOT
visuospatiële perceptie
  • Resultaat uitgedrukt in
  • Ruwe score

81
WMTB-C block recall
Baddeley Hitch (1974) Baddeley
(2000) WERKGEHEUGEN centraal
executief fonologische lus visuospatiaal
schetsblok episodische buffer
82
WMTB-C block recall
Visuospatieel geheugen
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Standaardscore
  • Percentielscore

83
P-TPT
  • Doel kind blokken laten plaatsen in de gaten van
    het bord
  • Het kind wordt geblinddoekt
  • 3 testpogingen
  • Voorkeurshand
  • Niet-voorkeurshand
  • Beide handen
  • Geheugentaak vormen en locatie van de blokken op
    een papier tekenen

tactiele perceptie
  • Resultaat uitgedrukt in
  • Ruwe score

84
WISC-III
1. Rekenen rekenkundig redeneervermogen,
situaties in hun geheel overzien, contextrijke
opgaven
85
WISC-III
2. Figuur leggen analyse en synthese,
visueel-motorische coördinatie
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Normscore

86
PMA ruimtelijk inzicht
visuele perceptie
Welk ander stuk past erbij zodat het vierkant
helemaal volledig wordt?
  • Resultaten uitgedrukt in
  • Ruwe score
  • Normscore

87
Wilson McKenzie (1998) Wilson McKenzie (1998) Wilson McKenzie (1998) Wilson McKenzie (1998)
Taak Motoriek Oculair Visueel-perceptueel Complex visuospatieel Visuospatieel geheugen
Beery VMI Kopieertaak X X
Beery VMI Visuele perceptie X
Beery VMI Motorische coördinatie X
SVS Cornoldi X X
Blokpatronen WISC-III X X
Figuur Leggen WISC-III X X
TVPS-3 X X
JLOT X
WMTB-C X X
P-TPT X (Tactiele perceptie)
PMA ruimtelijk inzicht X
88
NLD schalen Serlier
  • Screent op de aanwezigheid van NLD
  • 9 dimensies te verdelen in 3 clusters
  • Neurologische ontwikkeling verbaliteit en
    begrip, auditieve perceptie, tactiele perceptie,
    visuele perceptie en onbekendheid en motorische
    ontwikkeling
  • Schoolprestaties letterlijk geheugen, technisch
    lezen, handschrift, begrijpend lezen en rekenen
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling en
    aanpassingsvermogen
  • Interpretatie van de score lage kans op NLD,
    mogelijk NLD, hoge kans op NLD

89
NLD schalen Serlier
90
SCQ versie Levensloop
  • Screent op de aanwezigheid van een
    autismespectrumstoornis
  • Dimensionale meting van ASS, met een cut-off
    score (15) die de waarschijnlijkheid aangeeft
    dat een persoon ASS heeft
  • Resulteert in een
  • Totaalscore
  • Subscores
  • Kwalitatieve afwijkingen in de wederkerige
    sociale interacties
  • Kwalitatieve afwijkingen in de communicatie
  • Beperkte, repetitieve en stereotiepe
    gedragspatronen
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com