DE WATERSNOOD

1
DE WATERSNOOD
2
De watersnoodramp van 1953.

• Het was in 1953 op 1 februari. Het was
  middernacht, toen de dijken doorbraken. En de
  mensen konden heel lang hun huis niet in, want al
  het water had heel veel schade veroorzaakt.

3
Mening

• Ik vind dit een belangrijk onderwerp ,want ik wou
  meer te weten komen en ik vind het interessant

4
De relatie tussen mijn onderwerp en de actualiteit

• Mijn onderwerp is altijd in de actualiteit, omdat
  er in Nederland altijd dreiging van het water is.
  Omdat Nederland onder zeeniveau ligt. Daarom
  moeten wij er altijd voor zorgen dat er genoeg
  onderhoud is voor de dijken

5
De onderzoeksvragen

• Wat was er allemaal verwoest en wat niet
•  
• Hoelang heeft de watersnoodramp geduurd
•  
• Hoe heeft het water zo hoog kunnen komen
•  
• Hoe is het water weggegaan
•  

• Er waren huizen, stallen en dijken verwoest
  maar niet in de provincies die aan de grens van
  Duitsland lagen, en in het noorden van Nederland.
  Daar hadden ze geen last van water.
•  
• de watersnood ontstond in een nacht van 1
  Februari 1953maar het duurde wel 44 jaar voor dat
  alles weer hersteld was en dat noemt men het.
  Deltaplan.
•  
• Nederland ligt onder het zeeniveau dus als de
  dijken doorbreken overstroomt bijna heel
  Nederland dus toen de watersnood was braken
  er dijken door in Zeeland en Zuid Holland. En
  daarom is het water zo hoog gekomen
•  
• Eerst zijn de mensen begonnen met het herstellen
  van de dijken. Dat deden ze met grote
  drijvende kranen, die de beschadigde dijken weer
  gingen ophogen. voor het laatste stuk werd een
  caisson in het gat geplaatst en dan kon de dijk
  helemaal worden dicht gemaakt. Daarna gingen ze
  het water wat nog in het land was weg pompen. 
•  
• Rond 1940 kon de regering geen geld in het
  onderhoud van de dijken steken, het geld ging
  toen naar de 2e wereldoorlog. Aan de zeekant in
  de buurt van Strijen en Zevenbergen werden de
  buitendijken niet alleen verwaarloosd door
  geldgebrek, maar ook door de bevolking zelf. In
  die streek was het veen een belangrijke
  bestaansbron. De mensen groeven het veen uit de
  bodem aan weerszijden van de zeedijken. De diepe
  putten, die bij het uitgraven zijn ontstaan,
  vormden een groot gevaar voor de dijken.Zeeland
  was ook een kwetsbare provincie voor een
  overstroming van de zee, de huizen daar staan op
  zeeklei en heel Zeeland wordt beschermd door de
  dijken. 
•  Door de dijken beter te onderhouden en door de
  deltawerken in Zeeland

6
Mijn onderzoeksvraag

• hoe groot de schade was.
•  

• er waren 1795 doden.
• meer dan 165.000 ha land was verwoest.
• het herstel van alle schade kostte vele honderden
  miljoenen.