Regionale Decubituszorg - PowerPoint PPT Presentation

1 / 119
About This Presentation
Title:

Regionale Decubituszorg

Description:

Title: PowerPoint Presentation Author: Paul Verbunt Last modified by: pvberkom Created Date: 6/23/2005 10:24:56 AM Document presentation format: Diavoorstelling (4:3) – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:308
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 120
Provided by: PaulV167
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Regionale Decubituszorg


1
  • Regionale Decubituszorg
  • Een project onder de vlag
  • van de Annevillegroep

MdH-V februari 2009
2
Project Regionale Decubituszorg
Aan dit project hebben de volgende
instellingen deelgenomen
  • Revalidatiecentrum Breda
  • Surplus
  • Thebe Mark en Maasmond
  • Verpleeg- en verzorgingshuis
    De Riethorst Stromenland
  • Volckaert-SBO
  • Woonzorgcentrum Raffy
  • Zorg- en behandelcentrum Elisabeth
  • Breda
  • Amphia Ziekenhuis
  • Amarant
  • Avoord Zorg Wonen
  • Careyn Thuiszorg Breda
  • Holding Oranjehaeve, de IJpelaar en Aeneas
  • Huispitaal
  • KNMP departement West-Brabant
  • LHV-Huisartsenkring West-Brabant
  • Op de website van de Annevilegroep
    www.annevillegroep.nl vindt u alle
    wetenswaardigheden over dit project. 

3
Productpresentatie
  • Als afronding van het project Regionale
    Decubituszorg is de hierna volgende
    productpresentatie ontwikkeld. Middels deze
    presentatie kan, aan de hand van de door de
    Annevillegroep ontwikkelde producten,
    kennisoverdracht plaatsvinden in de verschillende
    instellingen. Tevens is een handreiking t.b.v. de
    implementatie opgenomen.
  • Deze presentatie is breed inzetbaar en is
    vooralsnog niet afgestemd op individuele
    instellingen. Het specifieke maatwerk kan door de
    instelling zelf, naar behoefte en wens, worden
    aangebracht.
  • Bij een aantal dias zijn notities toegevoegd die
    relevante informatie bevatten voor de gebruiker
    van de presentatie. Deze notities zijn alleen
    zichtbaar in het beeld normaal en/of
    notitiepagina. ( Als reminder is in de
    betreffende dia rechtsonder een ingevoegd.
    )

4
Onderdelen presentatie
  • Deze presentatie bestaat uit een 4-tal
    onderdelen, nl.
  • Preventie en behandeling van decubitus
  • Taken en werkzaamheden van betrokken
    professionals
  • Implementatie van de Regionale Decubituszorg
  • Aanbevelingen voor het gebruik van deze
    productpresentatie

5
Preventie en behandeling van decubitus
6
Preventie en behandeling van decubitus
  • Inhoud
  • Decubitus Preventie Protocol
  • Decubitus Behandel Protocol
  • Keuzelijst wondzorgmaterialen en
    anti-decubitusmaterialen
  • Overdrachtsformulier

7
  • Decubitus Preventie Protocol

8
Decubitus Preventie Protocol
  • Doel
  • Voorkomen of beperken van decubitus. 
  • Toepassingsgebied
  • Alle professionals en niet-professionals die
    betrokken zijn bij de (basis)zorg voor de
    patiënt. 
  • Definities
  • Vroegtijdig opsporen van patiënten met een
    verhoogd risico op het ontwikkelen van decubitus
    en het toepassen van preventieve maatregelen.

9
1. Risico op het ontstaan van decubitus bepalen
  • Bepaal bij het in zorg nemen, bij opname of bij
    verandering van de algehele situatie van de
    patiënt het risico op decubitus. Maak daarbij
    eventueel gebruik van een risicoscorelijst.
  • Blijf gedurende de zorg voor een patiënt
    regelmatig het risico op decubitus beoordelen.

10
2. Preventieve maatregelen
  • Wacht niet ! Start, bij verhoogd risico op
    decubitus,
  • direct met toepassen van preventieve
    maatregelen !
  • Informeer de patiënt, familie en betrokkenen.
    Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een
    patiëntenfolder. De patiënt kan vaak zelf een
    bijdrage leveren aan het voorkomen van decubitus.
  • Leg de mogelijke gevolgen en consequenties van
    decubitus uit. Denk hierbij aan pijn, ongemak,
    isolement, verhoogde zorgbehoefte, langere
    verpleegduur, extra complicaties.

11
(vervolg preventieve maatregelen)
  • Multidisciplinair samenwerken is een voorwaarde
    om tot
  • goede preventie te komen
  • Bij verhoogde voedingsbehoefte diëtiste
    inschakelen.
  • Voor mobiliseren en adviezen voor transfers
    fysiotherapie inschakelen.
  • Voor inzet van anti-decubitus materialen en
    adviezen voor transfers ergotherapeut
    inschakelen.
  • Denk aan consulteren van specialisten binnen of
    buiten de eigen organisatie, maak gebruik van het
    stroomschema.

12
3. Uitvoeren van preventieve maatregelen
  • Dagelijks inspecteren en palperen van de huid.
  • Wisselligging en -houding consequent toepassen
  • en risicoplaatsen vrij leggen.
  • Aandacht voor voeding.
  • Aandacht voor (goed) toepassen van
    (anti-decubitus)materialen.
  • Voorkom een te droge huid.

13
a. Dagelijks inspecteren en palperen van de huid
  • Let op roodheid, warmte, verharding en verweking
    van de huid op de risicoplaatsen.
  • Bij incontinentie een huidbeschermer aanbrengen
    (barrièrefilm, barrièrecrème). Overweeg het
    afspreken van extra controle momenten voor
    eventueel verwisselen van incontinentiemateriaal.
  • NIET wrijven of masseren van de huid.
  •  

14
Wisselligging en -houding consequent
toepassen en risicoplaatsen vrij leggen
b.
  • Indien mogelijk patiënt mobiliseren.
  • Maak gebruik van een geschikt preventief
    anti-decubitusmatras/ -kussen. ( Zie
    keuzelijst AD materialen)
  • Maak gebruik van een wisselligging/-houdingslijst
    en noteer de tijdstippen.
  • Hielen vrij leggen met behulp van kussens in de
    lengte richting met ondersteuning in de knieholte
    of hielontlaster.
  • Dekenboog plaatsen of lakens over het voeteneind
    vrij leggen, zodat dekens en lakens geen extra
    (boven)druk geven.
  • Druk voorkomen door lichaamsdelen vrij te leggen
    van bedhekken, hoofd- en voeteneind.

15
(vervolg Wisselligging en -houding consequent
toepassen en risicoplaatsen vrij leggen.)
  • Zowel in liggende als in zittende positie
    regelmatig de
  • patient van houding (laten) veranderen
  • In liggende positie elke drie uur overdag en
    elke vier uur s nachts (zijligging
    rechts/rugligging/zijligging links/rugligging
    etc).
  • In zittende positie elk uur van houding
    veranderen door liften of door stoelpositie te
    veranderen.
  • Rugligging bed in semi-Fowlerstand beengedeelte
    in dezelfde hoek omhoog als hoofddeel, hielen
    vrijleggen. Zijligging in 30 graden (zie figuur
    1).

16
(vervolg Wisselligging en -houding consequent
toepassen en risicoplaatsen vrij leggen.)
Figuur 1 Houdingen in bed en stoel.
17
c. Aandacht voor voeding
  • Bepaal bij in zorg nemen, bij opname of bij
    verandering van de algehele toestand van de
    patiënt de voeding- en vochtinname let op recent
    gewichtsverlies, verhoogde energiebehoefte en
    verminderde eetlust.
  • Geef uitleg over verhoogde behoefte bij ziekte
    en/of operatie.
  • Maak eventueel gebruik van een voor de
    zorgsetting geschikte voedingsscorelijst.
  • Zorg voor een volwaardige voeding en goede
    vochtbalans.
  • Bij verhoogde voedingsbehoefte diëtiste
    inschakelen voor inventarisatie voedingsbehoefte
    en eventueel interventie.
  •  

18
d. Aandacht voor (goed) toepassen van (anti-)
decubitus materialen en risicoplaatsen vrij leggen
  • Zorg voor voorzieningen waardoor patiënt zich kan
    liften en of draaien.
  • Bij patiënten met een laag risico op decubitus
    minimaal een schuimmatras (traagfoam of koudfoam
    min. 40gr) inzetten, bij een middel of hoog
    risico op decubitus statische luchtmatrassen
    inzetten, zie AD-materialenlijst, consulteer
    eventueel ergotherapeut.
  • Overweeg ook een AD-zitkussen in te zetten als er
    een AD-matras is ingezet.

19
( Vervolg aandacht voor (goed) toepassen van
(anti-) decubitus materialen
  • Bij het gebruik van AD-materialen altijd
    wisselligging, -houding blijven geven!
  • Lakens niet te strak trekken (hangmat effect) bij
    AD matras.
  • Let op plooien in lakens en kleding, dit kan
    plaatselijk verhoogde druk op de huid geven.
  • Let op voorwerpen die druk uitoefenen. (Let op
    knoopjes, zuurstofbril, bril, katheterslang,
    naden in kleding etc.)
  • Maak gebruik van badstofsokken.

20
e. Voorkom een te droge huid.
  • Vooral bij oude patiënten met een dunne,
    zogenaamde craqueléhuid waarin snel kloofjes en
    wondjes ontstaan.
  • Zorg voor een goede huidverzorging volgens de in
    de zorgsetting geldende basiszorgrichtlijnen.
    (Let op gebruik van ontvettende zepen en warm
    water.)

21
 
4. Evalueren en zo nodig aanpassen toegepaste
maatregelen
  • Zorg voor een goede rapportage !
  • Noteer na iedere verpleegkundige zorg de
    verpleegkundige preventieve handelingen.
  • Controleer of eventueel ingezet AD matras of
    kussen correct is ingesteld en op de juiste
    manier is gepositioneerd.
  • Bespreek het toepassen en uitvoeren van de
    preventieve maatregelen in multidisciplinair
    overleg.
  • Evalueer regelmatig en stel maatregelen zo nodig
    bij.

22
Complicaties
  • Bij het niet of onvolledig uitvoeren van
    preventieve
  • maatregelen, of door onjuist gebruik van
    AD-materialen kan
  • de patiënt decubitus in alle gradaties
    ontwikkelen !
  •  

23
Opmerkingen
  • Door het voorkòmen van decubitus zijn de kosten
    van zorg minder hoog en is de kwaliteit van leven
    voor een patiënt beter.
  • De organisatie binnen een instelling en de 1e
    lijnszorg en een goede overdracht van preventieve
    decubituszorg is van belang.  
  • Raadpleeg de wondzorg-, en anti-decubitus
    materialenlijst. ( Zie www.annevillegroep.nl)
  • In dit document staat de patiënt centraal.
    Hiervoor in de plaats kan ook de cliënt of
    bewoner worden benoemd.
  •  
  •  

24
  • Decubitus Behandel Protocol

25
Decubitus behandelprotocol
  • Doel
  • Decubitus behandelen en genezen.
  •  
  • Toepassingsgebied
  • Alle professionals en niet-professionals die
    betrokken zijn bij de (basis)zorg voor de
    patiënt.
  •  
  • Definities
  • Decubitus is weefselversterf, veroorzaakt
    door de inwerking op het lichaam van druk-,
    schuif- en wrijfkrachten, of een combinatie
    daarvan. (Zonder druk ontstaat geen decubitus !)
  •  

26
Graad 1Niet-wegdrukbare roodheid van de intacte
huid. Verkleuring van de huid, warmte, oedeem en
verharding (induratie) zijn andere mogelijke
kenmerken.  Graad 2Oppervlakkig huiddefect
van de opperhuid (epidermis), al dan niet met
aantasting van de huidlaag daaronder (lederhuid
of dermis). Het defect manifesteert zich als een
blaar of een oppervlakkige ontvelling.
Decubitus wordt onderverdeeld in 4 gradaties
27
Graad 3Huiddefect met schade of necrose van huid
en onderhuids weefsel (subcutis). De schade kan
zich uitstrekken tot aan het onderliggende
bindweefselvlies (fascie).  Graad
4Uitgebreide weefselschade of weefselversterf
(necrose) aan spieren, botweefsel of
ondersteunende weefsels, met of zonder schade aan
opperhuid (epidermis) en lederhuid (dermis).
28
Werkwijze
  • Blijven toepassen van preventieve maatregelen is
    van groot belang ! Wisselligging en -houding
    consequent blijven toepassen (zie protocol
    preventie decubitus).
  • Informeer de patiënt en/of diens familie.
  • Aandacht voor voeding.
  • Beoordeel en behandel pijn.
  • Beoordeel de psychosociale situatie.
  • Stel een multidisciplinair behandelplan op
    waarbij de hoofdbehandelaar eindverantwoordelijk
    is.
  • Behandeling decubitus wonden.
  • Evalueren en zo nodig aanpassen.
  •  

29
1. Wisselligging en -houding blijven
toepassen
  • Vermijd, tenzij het niet anders kan, het liggen
    of zitten op een decubitus wond.  

30
2. Informeer de patiënt en/of diens familie
  •  
  • Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een
    patiëntenfolder.
  • Bespreek met patiënt en familie het doel van de
    behandeling en betrek familie en patiënt bij de
    behandeling.

31
3. Aandacht voor voeding
  • Bepaal bij in zorg nemen, bij opname of bij
    verandering van de algehele toestand van de
    patiënt de voeding en vochtinname let op recent
    gewichtsverlies, verhoogde energiebehoefte en
    verminderde eetlust.
  • Maak hierbij gebruik van een voor de zorg- of
    behandelsetting gevalideerde voedingsscorelijst.
  • Zorg voor intake van volwaardige voeding en
    voldoende vocht i.e. voldoende calorieën en
    proteïnen (1,5 g/kg lichaamsgewicht). Let op
    dehydratie bij wonden die veel vocht produceren.

32
(Vervolg aandacht voor voeding)
  • Verwijs bij decubitus altijd naar een diëtist
    voor inventarisatie voedingsbehoefte en
    interventie.
  • Overweeg toedienen van voedingssupplementen of
    parenterale voeding, wanneer orale intake
    onvoldoende is, mits dit consistent is met het
    doel van de behandeling.

33
4. Beoordeel en behandel pijn
  • Adequate pijnbestrijding is van belang voor
    kwaliteit van leven van de patiënt.
  • Pijnklachten kunnen verminderen door
  • - Toepassen van wisselligging,
  • Wisselhouding,
  • Gebruik van juiste verbandmateriaal,
  • Medicatie.
  •  

34
5. Beoordeel de psychosociale situatie
  • Decubitus beïnvloedt de kwaliteit van leven
    van een
  • patiënt negatief.
  • Het beïnvloedt de levenswijze van een patiënt
    en kan
  • leiden tot sociaal isolement.
  • Denk daarbij ook aan de invloed van geurende,
    wonden
  • en lekkage door productie van wondvocht.

35
6. Stel een multidisciplinair behandelplan op
waarbij de hoofdbehandelaar eindverantwoordelijke
is
  • Beoordeel of decubitus de juiste diagnose is
    denk ook aan het ontstaan van wonden door andere
    oorzaken zoals arteriële-veneuze insufficiëntie,
    diabetes mellitus, oncologische oorzaken e.d.
  • Breng factoren die de wondgenezing beïnvloeden in
    kaart. Denk aan roken, andere ziektebeelden,
    incontinentie, verwaarlozing, gewichtsverlies,
    doorbloeding, gebruik van sommige medicijnen
    (NSAIDs, corticosteroïden) e.d.
  • Optimaliseer behandeling van chronische
    aandoeningen zoals diabetes mellitus.

36
( Vervolg multidisciplinair behandelplan
opstellen )
  • Behandel intercurrente aandoeningen zoals
    urineweginfecties.
  • Multidisciplinaire samenwerking versnelt het
    genezingsproces van een decubituswond
    aanzienlijk, daarnaast reduceert het de ernst,
    grootte en infectiefrequentie van
    decubituswonden. Tevens is er een hogere
    kosteneffectiviteit .
  • Bepaal bij het behandelen van een decubituswond
    wat het doel van de behandeling is.
  • Bijvoorbeeld bij terminale patiënten kan
    de behandeling een ander doel hebben dan genezen
    van de wond vooral pijnbestrijding of
    bestrijding van geur en lekkage door productie
    van wondvocht kan dan vooral van belang zijn.
  •  

37
7. Behandeling decubituswonden
  • Meld decubitus altijd bij hoofdbehandelaar, en/of
    volgens de afspraken binnen de instelling.
  • Blijf altijd, bij alle graden preventieve
    maatregelen toepassen (zie protocol preventie
    decubitus).
  •  

38
Behandeling Graad 1
  • Doel Drukontlasting en beschermen van de huid.
  •  
  • Probeer de oorzaak van de (dreigende) decubitus
    te achterhalen
  • en deze op te heffen
  • Bijvoorbeeld ander schoeisel, naadloze kleding,
    te lage frequentie van wisselligging.
  • Zitkussens, onjuist matras, hulpmiddelen zoals
    tilliften, schuifkrachten door onjuiste houding
    enz.
  • Start of intensiveer preventieve maatregelen.
  • Eventueel barrièrefilm, barrièrecrème aanbrengen
    ter bescherming van de huid.
  •  

39
Behandeling Graad 2
  • Graad 2 Blaardak intact
  • Doel blaardak beschermen.  
  • Blaar in laten drogen, indien mogelijk vrij
    leggen,
  • evt. gebruik maken van badstofsokken bij
    hielblaar.
  • Barrièrefilm of folie.

40
( Vervolg Behandeling Graad 2 )
  • Graad 2 Blaardak niet intact
  • Doel Infectie voorkomen, absorberen exsudaat. 
  • De wond schoon spoelen met kraanwater.
  • Verder een vochtig wondmilieu creëren en de
    vitale huid beschermen. Bij helder exsudaat
    resterend blaardak als bescherming laten zitten,
    bij niet helder exsudaat blaardak uit wond
    verwijderen.
  • Verder zie behandeling graad 3-4.

41
Behandeling Graad 3-4
  • Doel
  • Necrose/fibrine verwijderen.
  • Infectie behandelen.
  • Creëren vochtig wondmilieu.
  • Beschermen vitale huid.
  •  

42
Necrose verwijderen
  • Necrotomie bij goede vaatvoorziening door arts of
    andere deskundige.
  • Geen necrotomie bij droge necrose op de hiel
    zonder ontstekingsverschijnselen in eerste 6
    weken na ontstaan
  • - Madentherapie.
  • - Bij een recent ontstane decubitus gaat de
    voorkeur uit naar chirurgische behandeling.

43
( Vervolg necrose verwijderen )
  • Necrose verweken
  • Gebruik hydrogel.
  •  
  • Necrose afbreken
  • - Gebruik eventueel collagenase pasta bij
  • contra-indicatie voor necrotomie of in
    combinatie met necrotomie.
  •  

44
Complicaties
  • Infectie in de wond.
  • Sepsis, cellulitis of osteomyelitis.
  • Decubitus kan zelfs leiden tot het overlijden van
    een patiënt.

45
Infectie
  • Klinische tekenen van (wond)infectie kunnen zijn
    roodheid, warmte, zwelling, pus, pijn. Bij
    chronische wonden en bij ouderen kunnen deze
    klassieke kenmerken van infectie afwezig zijn.
    Andere kenmerken van infectie kunnen dan zijn
    toename van pijn, -wondgrootte, -productie van
    wondvocht, -necrose, -geur en sneller bloedend
    granulatieweefsel.
  • Overleg bij infectieverschijnselen met de
    hoofdbehandelaar en bespreek het beleid.
  •  

46
Infectie behandelen
  • Maak gebruik van hydrogel met alginaatcomponent,
    zilversulfadiazine crème, of honingverband.
  • Wanneer een wond niet verbetert kan osteomyelitis
    een rol spelen. Om met zekerheid osteomyelitis te
    diagnosticeren dient een bioptie van het bot te
    worden genomen.
  • Maak alleen gebruik van systemische antibiotica
    als er sprake is van cellulitis, osteomyelitis of
    sepsis.
  • Bij extreme geur van de wond kan een
    geurneutraliserend verband worden aangebracht.

47
Creëren vochtig wondmilieu
  • Maak gebruik van een niet verklevend
    wondcontactmateriaal
  • Bij weinig productie van wondvocht hydrogel,
    hydrocolloid gebruiken.
  • Bij veel productie van wondvocht alginaat,
    hydrofiber gebruiken. Afdekken met een
    absorberend verband of schuimverband.
  • Bij een diepe wond, wondholte opvullen met
    hydrogel, dan met een folie, hydrocolloïd of
    schuimverband afdekken.
  • Bij een diepe wond met veel productie van
    wondvocht kan behandeling met vacuümtherapie
    worden toegepast, op verwijzing van
    hoofdbehandelaar.
  • De plastische chirurg kan bij een diepe schone
    wond een zwaailap toepassen, waarbij door een
    huid- spiertransplantatie het genezingsproces
    wordt versneld.

48
Beschermen vitale huid.
  • Maak gebruik van barrièrefilm, barrièrecrème.

49
8. Evalueren en zo nodig aanpassen
  • Inspecteer de wond en het wondverband indien
    nodig dagelijks, en rapporteer de bevindingen.
  • Evalueer minimaal 1x per week de resultaten van
    de wondbehandeling en de situatie van de wond en
    stel zo nodig de doelen en de wondverzorging bij
    in samenwerking met de hoofdbehandelaar.
  • Bij verandering van de toestand van de patiënt of
    verandering van de toestand van de wond,
    eventueel de frequentie van evalueren verhogen.

50
( Vervolg evalueren en zo nodig aanpassen )
  • Overweeg consultatie van verpleeghuisarts,
    chirurg of dermatoloog indien wond ondanks
    adequate behandeling verslechtert, wondvocht
    productie toeneemt, pijn toeneemt of wondgenezing
    stagneert en osteomyelitis waarschijnlijk niet
    de oorzaak is.

51
Opmerkingen
  • Bij het ontstaan van littekenweefsel is de kans
    op het opnieuw krijgen van decubitus vergroot .
  • Draag zorg voor een goede registratie van de
    incidentie of prevalentie van decubitus, maak
    afspraken binnen de organisatie en zorgsetting
    over melding van decubitus bij een centrale
    persoon (bijvoorbeeld (verpleeghuis-)arts en/of
    wondconsulent.
  • Bij overplaatsing naar een andere zorg- of
    behandelsetting zorgdragen voor goede overdracht
    van behandeling en preventie, en zorgdragen voor
    afspraken omtrent verantwoordelijkheid voor
    vervolg behandeling en controles. 

52
( Vervolg opmerkingen )
  • In dit protocol wordt gebruik gemaakt van
    generieke namen van verbandmiddelen. Gebruik en
    fabrikantkeuze is afhankelijk van de afspraken
    door de hoofdbehandelaar en/of afspraken die
    binnen een instelling of zorgsetting worden
    gemaakt. 
  • Raadpleeg de wondzorg- en anti-decubitus
    materialenlijst www.annevillegroep.nl. 
  • In dit document staat de patiënt centraal.
    Hiervoor in de plaats kan ook de cliënt of
    bewoner worden benoemd.

53
  • Keuzelijst wondzorgmaterialen en
    anti-decubitusmaterialen

54
Keuzelijst wondzorgmaterialen
55
( Vervolg keuzelijst wondzorgmaterialen )
56
( Vervolg keuzelijst wondzorgmaterialen )
57
Keuzelijst anti-decubitusmateriaal
  • Er zijn twee keuzelijsten voor anti-decubitusmater
    iaal, te weten 
  • Keuzelijst zitkussens
  • Keuzelijst matrassen

58
Keuzelijst zitkussens
59
Keuzelijst matrassen
60
(Vervolg keuzelijst matrassen)
61
  • Overdrachtsformulier

62
Overdrachtsformulier
Digitaal analoog formulier beschikbaar
63
  • Taken en werkzaamheden van betrokken
    professionals

64
Taken en werkzaamheden van betrokken professionals
  • Inhoud
  • Stroomdiagram aanvraag hulpverlening
  • Specifieke taken en werkzaamheden van betrokken
    professionals
  • Arts
  • Verpleegkundige verzorgende
  • Wondzorgspecialist
  • Diëtist
  • Ergotherapeut
  • Fysiotherapeut

65
Stroomdiagram aanvraag hulpverlening
66
De arts
  • De arts is verantwoordelijk voor het
    behandelbeleid
  • rondom decubitus.
  • Voorkomen van (of verergering van) decubitus
    staat
  • centraal.
  • De keuzes van de arts zijn onderbouwd door de
    vigerende
  • richtlijnen en afgeleide van het regionale
    of binnen een
  • instelling afgesproken protocol.

67
Taken en werkzaamheden van de arts
  • Arts betrekt naast verpleging (middels
    verwijzing)
  • paramedische disciplines (ergotherapie,
    fysiotherapie, diëtetiek)
  • bij de behandeling en werkt met deze
    disciplines samen rondom
  • preventie en behandeling van decubitus.
  • De samenwerking tussen arts en betrokken
    disciplines is van
  • groot belang denk aan afstemming over
    behandeldoel,
  • logistieke coördinatie van zorg, wie
    communiceert wat met
  • patiënt, familie, mantelzorg e.d.
  • De arts consulteert en betrekt zo nodig
    specialisten
  • (verpleeghuisarts, (plastisch) chirurg,
    dermatoloog e.a.).

68
(Vervolg taken en werkzaamheden van de arts)
  • Bij wondbehandeling zijn algemene
    behandelprincipes,
  • effectiviteit en kosten van belang.
  • Keuze van maatregelen moeten zo veel mogelijk
    recht
  • doen aan de voorkeur, behoefte en motivatie
    van de patiënt.
  • De arts streeft naar een zo goed mogelijk
    algemene conditie
  • van de patiënt, ook al is het effect hiervan
    op het
  • voorkomen van decubitus niet aangetoond.

69
(Vervolg taken en werkzaamheden van de arts)
  • De arts speelt bij voorkeur een actieve rol bij
    het maken
  • van afspraken binnen 1e lijnszorgorganisaties
    en
  • intramurale zorgorganisaties om de kwaliteit
    en kwantiteit
  • van preventie en behandeling van decubitus
    zo groot
  • mogelijk te maken.

70
Verpleging en verzorging
  • Bij preventie en behandeling van decubitus
    speelt de verpleging
  • en verzorging een bijzonder grote rol. Denk
    daarbij aan
  • Het inventariseren van het risico op decubitus
    bij een patiënt
  • Het volgens protocol snel en adequaat inzetten
    van preventieve maatregelen
  • en materialen ter voorkoming of behandeling
    van decubitus
  • Het samenwerken met de hoofdbehandelaar en
    betrokken disciplines
  • Het opvolgen, samen met de patiënt, van adviezen
    van de verschillende
  • betrokken disciplines
  • Observatie van pijnklachten en signaleren
    richting de hoofdbehandelaar
  • ingeval van onvoldoende pijnbehandeling
  • Begeleiding, instructie en voorlichting van
    patiënt en mantelzorg

71
Taken en werkzaamheden van de V V
  • De taken en werkzaamheden van de V V m.b.t.
    preventie
  • en behandeling van decubitus zijn onder te
    verdelen in
  • Signalering/observatie
  • Advisering
  • Behandeling
  • Overdracht

72
Aandachtspunten m.b.t. signalering/observatie
  • Hoe is de zit- en lighouding ?
  • Is er sprake van spasmen of oedeem ?
  • Is de patiënt incontinent?
  • Hoe is de toestand van de huid ?
  • Is er een goede voedingstoestand?
  • Let op risicofactoren zoals verlopen transfers
    goed, hoe is de kleding en hoe is het beddengoed
    ?
  • Is er onderliggend lijden ? Bestaat er pijn?
  • Is er voldoende zorg aanwezig ? (mantelzorg,
    verpleging etc).

73
Aandachtspunten m.b.t. advisering
  • Volg het preventieprotocol decubitus.
  • Geef uitleg aan patiënt en mantelzorg over het
    belang van juiste preventie en behandeling. Maak
    hierbij gebruik van een voorlichtingsfolder.
  • Gebruik het juiste matras en zitkussen.
  • Gebruik het juiste transferhulpmiddel en pas een
    goede transfertechniek toe. ( Volg de adviezen op
    van de betrokken paramedici.)
  • Let op de juiste zit-en lighouding. ( Volg de
    adviezen op van de betrokken paramedici)
  • Beperk en vermijd schuif-druk en wrijfkrachten.

74
Aandachtspunten m.b.t. behandeling
  • Volg de afspraken over wisselligging.
  • Pas wondbehandeling toe volgens afspraken met de
    hoofdbehandelaar.
  • Zoek, indien er sprake is van incontinentie, naar
    het juiste incontinentiemateriaal.
  • Inventariseer de voedingstoestand, gebruik een
    voedingsscorelijst volgens afspraak van de
    organisatie en beoordeel of er sprake kan zijn
    van ondervoeding.

75
Aandachtspunten m.b.t. overdracht
  • Van/naar ZH, thuiszorg/verpleegtehuis/verzorgings
    tehuis
  • Schakel de transferverpleegkundige in bij
    overplaatsing naar een
  • andere instelling.
  • Check de beschikking van een CIZ- indicatie
    i.v.m. vervolg van
  • benodigde zorg.
  • Reserveer benodigde materialen. ( Informeer
    naar de
  • beschikbaarheid.)
  • Gebruik het overdrachtformulier decubitus.
  • Geef advies m.b.t. ingezette preventiematerialen
    .
  • Geef advies m.b.t. de ingezette behandeling.

76
De wondzorgspecialist
  • De wondzorgspecialist is een gespecialiseerd
    verpleegkundige
  • het gebied van decubitus en wondzorg.
  • Behandeling van wonden en begeleiding van
    verpleging en
  • verzorging op het gebied van decubitus
    behoort de kerntaken
  • van de wondzorgspecialist.

77
Taken en werkzaamheden wondzorgspecialist
  • Consulten verzorgen voor decubitus graad 1 en 2
  • VV team motiveren tot een actief, preventief
    decubitus beleid.
  • Ondersteuning bieden en controleren van
  • inzet en gebruik van het meest geschikte
    (lease)systeem
  • inzet en gebruik juist verbandmateriaal
  • rapportage m.b.t. wond/decubituszorg in het
    verpleegkundig dossier
  • evaluatie en zo nodig bijstellen of stoppen van
    het gebruik van ingezette materialen

78
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
wondzorgspecialist)
  • De wondzorgspecialist is op de hoogte van de
  • decubitusincidentie binnen de instelling,
    dit wil zeggen dat alle
  • gevallen van decubitus aan de arts
    (specialist) worden gemeld.
  • De wondzorgspecialist bekijkt decubituswonden en
    adviseert
  • inzake de te volgen behandeling (eventueel
    in samenspraak met
  • arts)
  • Alleen decubituswonden worden zonder tussenkomst
    arts, door
  • wondzorgspecialist gezien, alle andere
    wondconsulten dienen
  • altijd via een arts te lopen

79
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
wondzorgspecialist)
  • De wondzorgspecialist
  • geeft advies, raad en bed-side teaching aan
    collegas binnen de
  • instelling.
  • geeft klinische lessen aan teamleden over aan
    wond- en decubituszorg
  • gerelateerde zaken.
  • onderhoudt contact met de contactpersonen binnen
    de instellingen.
  • De wond- en decubituszorg vormt bij voorkeur een
    vast
  • onderdeel van ieder werkoverleg van een
    verpleegkundig
  • team en dit onderdeel wordt door de
    wondzorgspecialist
  • voorbereid.

80
De diëtist
  • Bij preventie en behandeling van decubitus speelt
    de
  • voedingstoestand van de patiënt een grote
    rol.
  • Aandacht voor voeding en ondervoeding behoort tot
    de
  • kerntaken van de diëtist De diëtiste is de
    deskundige voor een
  • voedingsadvies op maat !
  • Wanneer er een verhoogde voedingsbehoefte is en
    geen
  • decubitus, kan de hoofdbehandelaar ervoor
    kiezen om de
  • diëtiste in te schakelen voor inventarisatie
    en interventie.
  • Bij decubitus (alle graden) dient altijd de
    diëtiste ingeschakeld te worden.

81
Taken en werkzaamheden van de diëtist
  • De diëtist bekijkt samen met de patiënt,
    verzorging en mantelzorg de huidige
    leefsituatie, het huidig verbruik en de
    voedingsbehoefte van de patiënt.
  • Een passend behandelplan wordt opgesteld, en na
    evaluatie zo nodig bijgesteld.
  • Adviezen kunnen variëren van inzetten van een
    maaltijdservice tot gezelschap aan tafel, en
    van verandering in maaltijdfrequentie of
    portiegrootte tot gebruik van voedingssupplementen
    of overleg met de arts over mogelijk gebruik van
    sondevoeding.

82
Aandachtspunten m.b.t. voedingsintake
  • Bij sommige instellingen en thuiszorginstanties
    bestaan ook algemene behandelplannen waarbij niet
    de diëtiste maar de verpleegkundige of
    verzorgende voedingsadviezen geeft zoals
  • voldoende drinken
  • voldoende energie en eiwitten
  • bij slechte voedingstoestand 2x daags een
    energie-
  • en eiwitrijk tussendoortje.

83

( Vervolg aandachtspunten m.b.t. voedingsintake )
  • Maak voor het vaststellen van de voedingstoestand
    van een patiënt gebruik van een voor de zorg- of
    behandelsetting gevalideerde voedingsscorelijst.
  • Door slechte eetlust, vermoeidheid, misselijkheid
    etc. is het voor een patiënt vaak moeilijk om een
    optimale voeding tot zich te nemen.
  • Optimale voeding moet naast voldoende energie,
    vocht, vitaminen en mineralen ook essentiële
    eiwitten bevatten zoals arginine.

84
( Vervolg aandachtspunten m.b.t. voedingsintake )
  • Indien er geen verbetering van de voedingsinname
    of voedingstoestand optreedt, is deskundig advies
    absoluut noodzakelijk en dient de diëtist in
    consult gevraagd te worden !
  • Bij decubitus (alle graden) dient altijd de
    diëtiste ingeschakeld te worden.

85
Benodigde voedingsintake bij decubituswond
  • 1800 kcal (60 kg x 30kcal,1/1,5 g E)
  • 6 sneden brood met margarine, 4x hartig beleg, 2x
    zoet
  • 4 x melkproduct van 150 ml
  • 1 x warme maaltijd
  • 2 x fruit of vruchtensap
  • 7 glazen of 10 kopjes ander vocht

86
Hoe wordt de diëtiste ingeschakeld?
  • De diëtiste wordt na verwijzing door de
    hoofdbehandelaar ingeschakeld.
  • In de thuissituatie en in verzorgingshuizen is
    een schriftelijke verwijzing van de
    hoofdbehandelaar noodzakelijk.
  • De diëtiste kan deel uitmaken van het
    multidisciplinair team en kan deel uitmaken van
    een decubituscommissie volgens afspraak binnen de
    instelling.

87
De ergotherapeut
  • De ergotherapeut werkt praktisch en leert de
    patiënt gaandeweg
  • dagelijkse handelingen weer zo zelfstandig
    mogelijk uit te voeren,
  • zoals bijvoorbeeld het aan- en uitkleden of
    het gebruiken van de
  • maaltijd.
  • Ook kan de ergotherapeut advies geven gericht op
    de transfers van
  • de patiënt.
  • De ergotherapeut adviseert daarbij de meest
    geschikte
  • hulpmiddelen en voorzieningen.

88
Taken en werkzaamheden van de ergotherapeut
  • In kaart brengen van risicofactoren op het gebied
    van decubitus
  • In kaart brengen en adviseren rondom
  • zit- en lighouding
  • het maken van optimale transfers
  • inzet en gebruik van anti-decubitus zitkussens en
    matrassen
  • gebruik van kleding, aan- en uitkleden en andere
    dagelijkse handelingen
  • het evalueren van de effectiviteit van gebruikte
    materialen en getroffen maatregelen.
  • Geven van voorlichting aan patiënt, verzorging en
    mantelzorg.
  • Deelname aan multidisciplinair team en
    decubituscommissie.

89
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
ergotherapeut)
  • Door te observeren hoe iemand zit of ligt kan de
    ergotherapeut adviezen geven over hoe schuif- en
    drukkrachten voorkomen kunnen worden.
  • Denk daarbij aan adviezen over
  • het regelmatig aannemen van een bepaalde
    zit-/lighouding,
  • het gebruik van een aangepaste stoel, een
    anti-decubitus kussen of - matras
  • wisselligging,
  • het opstellen van een mobilisatie schema.

90
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
ergotherapeut)
  • Observeren hoe transfers worden uitgevoerd en
    advies door de
  • ergotherapeut hierover voor patiënt,
    verzorging en mantelzorg
  • is van groot belang.
  • Bij het uitvoeren van transfers op een verkeerde
    manier is
  • vaak sprake van druk- en schuifkrachten. Denk
    hierbij b.v. aan
  • het gebruik van een transferplank, ook wel
    glijplank
  • genoemd.
  • Onjuist gebruik geeft extra schuifkrachten, en
    dus een grotere
  • kans op decubitus.

91
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
ergotherapeut)
  • Er zijn verschillende soorten anti-decubitus
    kussens en
  • matrassen in de handel. De ergotherapeut
    adviseert m.b.t.
  • het te gebruiken materiaal..

92
Aandachtspunten m.b.t. materiaalgebruik
  • Belangrijk is om met vaste regelmaat de adviezen
    te evalueren.
  • Ook de adviezen voor materialen dienen met vaste
    regelmaat te worden geëvalueerd.
  • Regelmatig controle op juist gebruik van
    materialen is van belang
  • Denk hierbij bijvoorbeeld aan een ROHO kussen dat
    te hard is opgeblazen
  • of een Jay-kussen dat achterstevoren op de
    zitting ligt.
  • Welke kleding draagt iemand?
  • Om decubitus door kleding te voorkomen is
    naadloze ademende kleding van belang!

93
Overige aandachtspunten
  • Het observeren van een patiënt tijdens het
    uitvoeren van dagelijkse activiteiten als ook het
    observeren tijdens het uitvoeren van de zorg kan
    veel informatie geven
  • Mogelijk zakt iemand juist veel onderuit tijdens
    het wassen aan de wastafel of tijdens het
    werken aan zijn laptop.
  • Zorg ervoor dat de patiënt, verzorging en
    mantelzorg weten wat decubitus is en hoe zij
    kunnen bijdragen aan het voorkomen ervan.
  • Geef hierbij zoveel mogelijk de
    verantwoordelijkheid aan de patiënt.
  • Leer de patiënt bijvoorbeeld te vragen aan
    betrokken hulpverleners om de stuit te
    controleren of leer de patiënt dat zelf te doen
    middels gebruik van een veilige spiegel.

94
Hoe wordt de ergotherapie ingeschakeld?
  • De ergotherapeut wordt middels verwijzing door de
    hoofdbehandelaar ingeschakeld.
  • Ergotherapeuten werken intra- en extramuraal.
  • Een ergotherapeut in de regio is te vinden via
    www.ergotherapienederland.nl

95
De fysiotherapeut
  • Bewegen houdt een mens actief en mobiel.
    Mobiliseren
  • stimuleert de doorbloeding en heeft een
    positief effect op
  • de stikstofbalans en daarmee op de
    wondgenezing.
  • Bewegen heeft een preventieve werking op het
    ontstaan
  • van contracturen en decubitus.
  • Het belang van bewegen zal voor iedereen
    duidelijk zijn
  • en is ook bij het voorkomen van decubitus
    belangrijk.

96
Aandachtspunten m.b.t. bewegen
  • Met bewegen wordt bedoeld
  • Staan, lopen
  • Zitten, verschillende zithoudingen aan kunnen
    nemen, een
  • goede lifttechniek aanleren om zelfstandig
    te kunnen liften
  • (loskomen van de zitting)
  • Goede lighoudingen in bed aan kunnen nemen en
    kunnen
  • wisselen van houding
  • Het zelf kunnen verplaatsen in bed.
  •  

97
( Vervolg aandachtspunten m.b.t. bewegen)
  • Ter voorkoming van decubitus is het voor patiënt,
    verzorging en mantelzorg belangrijk
  • goede til-en transfertechnieken aan te leren
  • de juiste transferhulpmiddelen te gebruiken.
  • Als voorbeeld
  • Bij een transfer schuiven over de banden van de
    rolstoel geeft schuifkrachten en dus grotere kans
    op decubitus
  • Bij het gebruik van een glijplank is het
    belangrijk om schuifkrachten zoveel mogelijk te
    voorkomen.

98
Taken en werkzaamheden van de fysiotherapeut
  • Als specialist in houding en beweging zal de
    fysiotherapeut vooral ingezet worden bij
  • Motiveren en activeren tot voldoende bewegen
    zodat de kans op het ontwikkelen van
    contracturen en decubitus zo laag mogelijk is.
  • Behandeling bij aandoeningen van het houdings- of
    bewegingsapparaat
  • De fysiotherapeut behandelt middels oefentherapie
    en advisering.
  • Bij de wondbehandeling speelt de fysiotherapeut
    geen rol.

99

(Vervolg taken en werkzaamheden van de
fysiotherapeut)
  • De fysiotherapeut geeft adviezen over
  • meest optimale zit- en lighoudingen. Denk hierbij
    aan aangepaste (rol)stoelen en de Fowlerpositie
    in bed (zit in bed met knieknik om
    schuifkrachten op te heffen).
  • meest optimale transfers (instrueren van patiënt,
    verzorging en mantelzorg)
  • het gebruik van orthesen, prothesen en de juiste
    (verband)schoenen en orthopedisch schoeisel. Dit
    gebeurt meestal in samenwerking met een
    orthopedisch instrument-maker en schoenmaker en
    of revalidatiearts. Soms wordt er speciaal
    schoeisel gemaakt om wonden te ontlasten.

100
(Vervolg taken en werkzaamheden van de
fysiotherapeut)
  • De fysiotherapeut kan deel uitmaken van de
    decubitus-commissie binnen een instelling of 1e
    lijnszorgorganisatie.

101
Hoe wordt de fysiotherapie ingeschakeld?
  • Fysiotherapie kan op 3 manieren worden
    ingeschakeld, te weten
  • Via verwijzing arts
  • Via richtlijnen van het decubitusprotocol van de
    instelling.
  • DTF (directe toegankelijkheid fysiotherapie).

102
Multidisciplinaire samenwerking !
  • Decubitus is een zaak om je met zijn allen druk
    over te maken.
  • Praat erover met elkaar, maak gebruik van elkaars
    deskundigheid, leer van elkaar en van de patiënt.

103
Implementatie van de Regionale
Decubituszorg
104
Implementatie van regionale decubituszorg
  • Inhoud
  • Flyer preventie- en behandelprotocol
  • Voorlichtingsfolders
  • Raamwerk scholing
  • Te volgens stappen volgens Salode

105
Flyer preventie- en behandelprotocol
106
( Vervolg flyer)
107
(Vervolg flyer)
108
Voorlichtingsfolders
109
Overzicht voorlichtingsmateriaal
110
Raamwerk scholing
111
Scholingsprogrammas in de regio
112
(Vervolg scholingsprogrammas)
113
Implementatie volgens Salode
  • Salode staat voor Samenwerking en Logistiek rond
    Decubitus.
  • In het handboek bij de implementatie van de
    richtlijn Salode wordt een handreiking geboden
    aan diegene die met de implementatie van de
    Regionale Decubituszorg aan de slag gaan

114
Te beantwoorden vragen volgens Salode
  • 1. Waarom moeten we met deze protocollen aan
    de slag?
  • 2. Hoe krijgen we de directie mee?
  • 3. Hoe maken we tijd vrij om de richtlijn in
    te voeren?
  • 4. Hoe zorgen we ervoor dat we niet uitlopen
    in tijd?
  • 5. Wie moeten we informeren?
  • Hoe zorgen we ervoor dat de bijeenkomst
    gestructureerd
  • verloopt?
  • 7. Hoe krijgen we de mensen aan de gang?
  • Hoe voorkomen we dat de inhoud steeds weer ter
    discussie
  • wordt gesteld?
  • 9. Ze doen niet wat we zeggen Hoe gaan we om
    met weerstand ?
  • 10. Hoe zorgen we ervoor dat we de
    veranderingen vasthouden?

115
Te volgen stappen volgens Salode
116
Aanbevelingen voor het gebruik van de
basispresentatie
117
Aanbevelingen
  • Deze productpresentatie is breed inzetbaar en is
    niet specifiek afgestemd op individuele
    instellingen. Deze productpresentatie kan door
    iedere instelling aan de eigen organisatie en
    werkwijzen worden aangepast.
  • In dit document staat de patiënt centraal.
    Hiervoor kan uiteraard ook de cliënt of bewoner
    worden benoemd.
  • Presenteer de productpresentatie aan groepen
    professionals met een vergelijkbare achtergrond
    c.q. expertise.
  • Stem het accent van de presentatie af op de
    behoefte van de groep Inventariseer dit op
    voorhand.

118
(Vervolg aanbevelingen)
  • Gebruik ter verduidelijking van de presentatie
    praktijkvoorbeelden. Vergeet niet dat zaken die
    helder en vanzelfsprekend lijken, voor anderen
    nog relatief onbekend kunnen zijn !
  • Vraag aan de disciplines die in de eigen
    instelling werkzaam zijn om een toelichting te
    verzorgen van hun werkzaamheden. Maak daarbij
    gebruik van het hoofdstuk taken en
    verantwoordelijkheden betrokken professionals.
  • Betrek je publiek bij de presentatie, zorg voor
    interactie. Maak gebruik van voor de groep
    herkenbare casuïstiek. Eventueel kan deze worden
    besproken in subgroepen.

119
(Vervolg aanbevelingen)
  • Overhandig het materiaal dat in de presentatie
    wordt genoemd aan de groep professionals. Denk
    hierbij aan de flyer, de patiëntenvoorlichtingsfol
    der die in de eigen instelling wordt gebruikt
    en/of het overdrachtsformulier.
  • Verstrek hand-outs van de presentatie. De
    toehoorders kunnen dan aantekening maken op de
    hand-outs. Op deze wijze beklijft hetgeen is
    gepresenteerd beter !
  • Voor vragen c.q. aan- of opmerkingen m.b.t. de
    inhoud of het gebruik van deze productpresentatie
    kan contact opgenomen worden met de
    Annevillegroep. Ook kunt u de website van de
    Annevillegroep raadplegen www.annevillegroep.nl
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com